Roos grijnsde al voordat ze op de bel drukte. De glazen deur gaf een vage spiegeling van haar silhouet: wijdvallend jasje, een eenvoudige zwarte rok tot halverwege haar dijen, een los wit T-shirt en sneakers die al een paar uur om haar voeten knelden. Jens had haar uitgenodigd voor een etentje. Informeel, zei hij. Maar er had iets in zijn stem gezeten — iets tussen casual en beloftevol.
De deur zwaaide open. Jens stond daar. Breed glimlachend. Zijn lichaam licht bezweet van de hitte in de keuken. Blote borst, gebruinde huid, en niets dan een zwart keukenschort dat net tot halverwege zijn dijen hing. De band strak om zijn middel geknoopt.
Roos knikte goedkeurend. “Dít is dus wat je bedoelt met ‘eenvoudig etentje’?”
“Ik dacht: luchtig koken,” zei hij. “En een beetje spanning opbouwen.”
De geur van knoflook, tijm en geroosterde noten hing warm in de lucht. De tafel was prachtig gedekt. Kaarslicht flakkerde, de wijn stond al open. Jens schonk haar direct een glas in. Zijn vingers raakten kort haar pols. Zijn ogen weken nauwelijks van haar af.
Roos ging zitten, haar rok gleed iets op over haar bovenbenen. Onder de tafel liet ze haar sneakers één voor één van haar voeten glijden. Haar blote voeten voelde koel aan op de houten vloer. Even liet ze haar tenen strekken, alsof ze zich op iets voorbereid hadden.
Jens zette het voorgerecht neer: een lauwwarme salade met geitenkaas, spekjes en honing. Alles zorgvuldig opgemaakt. Maar Roos had minder aandacht voor haar bord dan voor Jens’ benen, die onder tafel op gelijke hoogte stonden met haar uitgestrekte voeten.
Ze gleed met haar tenen over de vloer, vond zijn been, eerst de kuit, dan hoger. Jens hield zich stil, nam een hap, maar zijn kaakspieren spanden. Roos glimlachte. Haar voet schoof verder. Over zijn knie, zijn dij, en onder het keukenschort.
Ze voelde het meteen. Hoe zijn lichaam reageerde. Zijn ademhaling verschoof, zijn ogen flakkerden kort. Ze bleef kijken terwijl ze cirkelde met haar voet, traag en verkennend. De spanning onder het schort groeide, letterlijk.
“Goed gerecht?” vroeg hij schor.
“Het voorgerecht is perfect,” zei ze. “Maar ik proef iets… extra’s.”
Jens slikte. Zijn hand kneep stevig in zijn vork. Onder de tafel strekte Roos haar andere been en duwde haar blote voet nu ritmisch tegen zijn kruis. Alleen haar tenen. Ze gleed langs de zijkant, langs de top, drukte net genoeg om te voelen hoe strak hij tegen de stof van het schort spande.
“Roos…”
Ze boog iets naar voren. “Je begon met open vuur in de keuken. Nu brandt het hier.”
Zijn hoofd viel iets achterover. Haar voeten bleven bewegen, niet te snel, niet te hard. Alleen wrijvend, strelend, onderzoekend. Zijn schort bewoog mee met elke trilling van zijn dijen. Ze voelde hoe dicht hij tegen loslaten zat, en toen trok ze haar voet terug.
Even viel er een stilte …
Ze likte honing van haar lippen. “Zou zonde zijn als je het hoofdgerecht laat aanbranden.”
Jens keek haar aan. Zijn blik donker, strak van beheersing. “Het moet nog even in de oven staan. Maar jij hebt mij al bijna laten aanbranden.”
Roos schoof haar stoel iets naar achter. Haar benen licht gespreid. “Toetje?”
Jens liet zijn vork vallen. Niet hard, niet demonstratief, maar met net genoeg geluid om aan te geven dat hij zijn grens had bereikt.
“Ik kook straks verder,” zei hij, terwijl hij opstond. Zijn schort wiegde licht, zichtbaar gespannen. “Kom.”
Roos keek hem aan, zonder te bewegen. Haar benen gespreid onder de tafel, haar voeten nog warm van wat ze net had gedaan. Ze zag hoe hij naar haar keek. Niet als iemand die de controle had verloren, maar als iemand die die nu volledig ging nemen.
Hij stak zijn hand uit. “Kom op de tafel.”
Ze nam zijn hand, liet zich zonder woorden leiden. Hij trok haar overeind, draaide haar zacht om en tilde haar met gemak op de rand van de eettafel. Haar rok schoof verder op haar dijen. Haar benen bungelden eerst nog licht, tot hij tussen ze in stond, zijn lichaam hard, gespannen en klaar voor wat komen ging.
Jens boog zich voorover en kuste haar. Geen voorzichtig begin. Zijn lippen, zijn tong, alles eiste haar op. Roos kreunde, greep met haar vingers zijn nek vast, trok hem dichterbij. Zijn handen gleden onder haar shirt, over haar ribbenkast, tot haar BH losser werd gemaakt met één beweging. Haar borsten kwamen vrij, haar tepels al hard en gevoelig van de koele lucht.
Zijn mond vond ze meteen. Hij zoog zachtjes, likte, beet. Roos trok haar hoofd achterover. Haar ademhaling was inmiddels onregelmatig, haar buik trok bij elke aanraking samen.
Ze voelde zijn hand tussen haar benen. Geen aarzeling meer. Haar slipje werd opzijgeschoven. Twee vingers, langzaam, diep. Ze greep de rand van de tafel vast en zuchtte zwaar, haar hoofd achterover, haar haren als een waas over haar schouders.
“Je bent zeiknat van net onder de tafel, of niet soms” fluisterde hij.
Ze knikte. “En jij was al keihard bij het voorgerecht.”
Zijn schort ging los. Viel op de grond. Niets stond meer tussen hen in. Hij schoof haar verder op de tafel, haar benen gespreid om hem heen. De kaarsen flikkerden naast hen, de wijn wankelde.
Hij duwde zich langzaam in haar. Roos beet op haar lip, haar lichaam nam hem op alsof ze hem al uren had voorbereid. De eerste stoten waren traag. Meetlatten van verlangen. Hij boog zich over haar heen, zijn handen plat op de tafel naast haar hoofd, haar benen hoog tegen zijn zij.
Hij keek haar aan. Die blik. Alles zat erin: hitte, macht, hunkering. Ze antwoordde met haar heupen. Duwde terug. Nam hem dieper op. Harder.
Zijn ritme versnelde. De tafel kraakte. Servetten schoven van de rand. Haar handen vonden zijn rug, zijn schouders, zijn haren. Ze schreeuwde zijn naam, zacht, gesmoord, snakkend naar nog meer. Haar hielen duwden hem dieper in haar.
Toen haakte ze haar rechterbeen omhoog. Eerst tegen zijn flank, daarna gleed haar voet naar zijn borst, duwde daar zacht tegenaan. Jens ving haar enkel op, hield haar vast en drukte haar been omhoog tegen zijn schouder. Ze was nu helemaal open voor hem. Elk stoot ging dieper, intenser. Hij groef zich in haar als een vloedgolf op het punt van breken.
Zijn adem stokte. Haar nagels krasten over zijn rug. De spanning bouwde zich op als een storm onder hun huid.
Ze keken elkaar aan, één blik, één moment, en toen…
Ze explodeerden samen.
Zijn naam rolde uit haar keel. Haar lichaam verkrampte in extase. Zijn handen grepen haar dijen, zijn heupen stootten nog één, twee keer, en hij kwam met een diepe, rauwe kreun, zijn hele lijf trillend tegen het hare.
Ze bleef hem voelen, elke trilling, elke nawee.
De kamer rook naar seks, kaarsen en gebraden tijm. De tafel plakte een beetje tegen haar dijen. Zijn borst rustte zwaar op de hare. Haar benen gleden langzaam omlaag, slap van bevrijding.
Roos lag nog altijd op de eettafel. Haar haren plakkerig op haar schouderbladen, haar benen loom hangend langs de rand. Jens had zich langzaam uit haar teruggetrokken en stond nu voor haar, zwetend, met zijn schort achteloos op de grond.
Even was er alleen ademhaling. Diepe, ongecontroleerde ademhaling. En het getik van de kaars die zijn lont had opgevreten tot een klein, dansend vlammetje.
“Je tafel heeft het overleefd,” zei Roos uiteindelijk, haar stem schor.
Jens grijnsde. “Die tafel is van massief eiken. Gemaakt voor intense belasting.”
Hij pakte een servet en veegde zacht langs haar dijen. Ze keek naar hem. Dezelfde Jens, maar iets in zijn blik was veranderd. Zachter. Of misschien gewoon voldaan.
Ze liet zich voorzichtig rechtop duwen en nam haar glas wijn weer op. De vloeistof trilde nog een beetje van hun bewegingen. Ze nam een slok. Warm, rond, doordrenkt met hun geur.
Jens zette zich op een stoel tegenover haar, zijn hand op haar knie. “Misschien moet ik vaker koken.”
“Zolang jij de schort aanhoudt.”
“Of uittrekt.”
Ze glimlachte. Haar voeten, nog steeds blootsvoets, streelden zacht over zijn enkel. Geen spel meer — alleen contact. Ze voelde zijn huid, de warmte, de nasleep van alles wat ze net gedeeld hadden. Zijn hand kneep zacht in haar knie.
“Geloof je in toetjes ná het toetje?” vroeg ze terwijl ze haar glas neerzette.
“Alleen als jij het serveert.”
Hij stond op, kwam achter haar staan en sloeg zijn armen om haar heen. Ze leunde achterover tegen zijn borst, zijn huid nog steeds warm. Zijn lippen streken langs haar oor.
“Of we nemen een bad.”
“Of… we warmen het hoofdgerecht weer op.”
Ze draaide zich iets, keek hem over haar schouder aan. “En dan eten we op de vloer?”
“Of op bed. Of we slaan het over. Er is ook nog een nacht.”
Roos zuchtte. Niet van vermoeidheid. Van tevredenheid. Van verwachting. Haar lichaam voelde zwaar, voldaan, maar haar geest tintelde nog na.
“Ik had niet gedacht dat één dineravond zo zou eindigen,” zei ze.
Jens boog zich naar haar oor. “We zijn pas net begonnen.”
Ze stond op, pakte zijn hand, en liep met hem naar de keuken. De oven piepte.
“Hoofdgerecht is klaar,” zei hij droog.
“Laat staan,” antwoordde ze.
Ze trok hem mee richting de gang, richting zijn slaapkamer.
Het aroma van gebraden vlees bleef achter in de eetkamer.
De tafel, nog een beetje warm, zou zwijgen over wat er op haar plaatsgevonden had.
Maar in de lucht hing nog altijd het zoute spoor van wijn, huid en verlangen.
