Michelle wist het al bij het eerste oogcontact: Dylan was geen ‘koffie en beleefd lachen’-type. Zijn blik was direct. Zelfverzekerd. Een beetje gevaarlijk.
Ze hadden elkaar drie dagen eerder gematcht. De chat was kort, grappig, op het randje. Toen hij voorstelde om af te spreken in een cocktailbar aan de rand van de stad, zei ze direct ja. Geen zin in spelletjes.
Hij stond al op haar te wachten toen ze aankwam. Donkere jas, zwarte trui, een glas whisky in zijn hand. Hij keek op, glimlachte scheef.
“Je ziet er nog beter uit dan op je profielfoto.”
“Jij ook,” zei ze. “En dat zeg ik zelden.”
Ze dronken langzaam, de sfeer broeierig. Elk woord had een onderlaag. Elke blik een belofte.
Na een half uur leunde hij naar haar toe, zijn stem laag. “Wil je mee naar mijn plek?”
Michelle knikte. “Als jij de taxi regelt.”
⸻
In zijn appartement was het donker, enkel de straatlantaarns buiten wierpen strepen licht over de muren. Zodra de deur dichtviel, trok hij haar naar zich toe.
De eerste kus was geen vraag. Het was een antwoord.
Zijn handen gleden langs haar rug, haar blouse ging los met snelle vingers. Zij trok zijn trui uit, voelde zijn warmte tegen haar huid, haar borsten tegen zijn borst. Haar ademhaling versnelde, haar dijen vonden zijn heupen.
Op de bank liet hij haar achterover zakken. Haar jeans gleed uit, haar slip volgde. Dylan nam zijn tijd — zijn handen, zijn mond, zijn tong. Ze bewoog onder hem, haar rug hol, haar vingers in zijn haar.
Ze kwam met een fluistering van zijn naam, een lange, trillende uitademing.
Daarna was het zijn beurt. Zij leidde. Kuste hem, trok hem in haar, haar benen wijd om hem heen, haar nagels in zijn schouderbladen.
Hun ritme was intens, gulzig. Geen pauzes. Geen twijfel.
Later, uitgeput, lagen ze in stilte naast elkaar. Zijn hand op haar buik. Haar benen over de zijne.
“Dus… zie ik je weer?” vroeg hij, zonder op te kijken.
Michelle draaide zich naar hem toe, haar lippen nog opgezwollen van verlangen.
“Laten we daar morgen over praten,” zei ze. “Als ik je weer gekust heb.”
